Condities gebruiken we om beslissingen te nemen. In het dagelijkse leven nemen we een enorme hoeveelheid beslissingen op een dag op basis van condities, denk bijvoorbeeld aan:
- Als het regent, dan ga ik met de auto;
- Als het vrijdag is, dan ga ik eerder naar huis;
- Als de televisie goedkoper is dan €1.000,- dan koop ik hem;
Wanneer we dit stukje code gaan analyseren zien we het volgende:

Regel [1] is een zogenaamde toekenning. De waarde 58 wordt toegekend aan de variabele met de naam temperature.
Regel [2] is de IF-statement. Deze is altijd als volgt opgebouwd:
If <condition>:
<code block>
De condition (de voorwaarde) is een expressie welke wordt geëvalueerd tot een ja/nee antwoord (true/false).
Maar wat is dan een expressie? Een expressie is eigenlijk alles wat geen toekenning (assignment) is. Een aantal voorbeelden:
5>=10 (5 is groter of gelijk aan 10) |
doorOpen AND alarmOff |
(customers<200) AND (prices>100) |
“Hal” in “Hallo” |
50+96 (een optelling) |
“Learning Python” (een string) |
3.14/2.0 (een deling) |
Alle expressies waar 0 (nul), “” (een lege string) of false uitkomt, hebben als resultaat FALSE. Alle expressies waar geen 0 (nul) of “” (lege string) of true uitkomt hebben als resultaat TRUE. Elk van de voorbeeld expressies kan je gebruiken als conditie bij de if.
Het stukje <code block> is het stuk programma dat wordt uitgevoerd als de conditite <condition> waar is. Let op: het <code block> is ingesprongen! Gebruik voor dit inspringen ALTIJD de TAB-toets. Een mix van tabs en spaties accepteert Python niet. Veel editors zetten de tab-toets om naar spaties.
Als we nu al deze informatie projecteren op ons oorspronkelijke voorbeeld, dan krijgen we het volgende:
Het patroon begint je nu waarschijnlijk wel op te vallen. Na een : (dubbele punt) komt altijd een, code block. En deze is altijd ingesprongen.
We zien op regel 4 de else: en dat betekent dat er weer een <code block> volgt met inspringing, waarin staat wat er moet gebeuren als de conditie niet waar is.
Wanneer we de code analyseren zien we het volgende:

Vervolgens krijgen we de code if temperature>50 Hardoplezend staat hier dat als de waarde van de variabele temperature groter is dan 50, dan wordt het <code block> uitgevoerd waarin we hebben staan: print(“Alarm temperature too high”). Deze laatste code geeft de tekst tussen de aanhalingstekens op het scherm weer.
Het programma gaat vervolgens verder op regel 6. Wanneer de temperatuur kleiner of gelijk is aan 50, dan is de conditie niet waar (false) en komen we in de else terecht en wordt de tekst No Alarm weergegeven op het scherm.
Van de docent krijg je te horen welke opgave je kan maken