Betrokken- Value sensitive design (+ stakeholders & kaarten)

Categories Uncategorized

Betrokken

Tijdens de les hebben we geleerd dat creatieve technologen tijdens het designen een bepaalde verantwoordelijkheid hebben. Designers kunnen iets zodanig designen dat het mensen positief of negatief gaat beindvloeden.

Later in de les hebben we een lijstje gemaakt van alle direct- en indirecte stakeholders. Bij elke stakeholder hebben wij postieve en negatieve effecten opgeschreven. We merkten dat de negatieve gevolgen bij de indirecte stakeholders vaak een ding gemeen hebben en dat is; minder omzet:

Directe stakeholders:

  • Student die brengt
    • Positief:
      • van je producten/troep af
      • weinig moeite voor duurzaam zijn
      • krijg er wat voor terug
      • Je doet iets goed voor de aarde!
    • Negatief:
      • Product wordt lang niet verkocht à geen cashback
      • Product is te groot om mee te nemen.
      • Je krijgt minder terug dan verwacht.

 

  • Klanten
    • Positief:
      • Je doet iets goed voor de aarde!
      • Goedkope producten
      • Zekerheid dat het in goede staat is
      • Betere producten dan kringloopwinkel.
      • Je kan credit gebruiken voor aankoop.
    • Negatief:
      • Product is niet zoals je het hebt verwacht.
      • Te groot om mee te nemen.
      • Stel dat er alleen troep wordt gebracht dan is er alleen troep beschikbaar.

 

 

Indirecte stakeholders:

  • Jasper, Sander, Branko en Irene:
    • Positief:
      • Geld
      • We doen iets goed voor de aarde!
      • Goed cijfer voor TLE
    • Negatief:
      • Kost veel tijd.
      • Opslagruimte nodig.
    • Hogeschool (als dat lukt):
      • Positief:
        • Supporten studenten om duurzaam te zijn.
        • Studenten ruimte geven om hun concepten werkelijkheid te maken.
      • Negatief:
        • Ruimte weggeven
        • Drukte als veel mensen komen brengen.

 

  • Marktplaats:
    • Positief:
      • Grote concurrent erbij dus ze moeten vernieuwen/uitbreiden.
    • Negatief:
      • Minder klanten.
      • Minder geld.

 

  • Kringloopwinkels:
    • Positief:
      • Meer spullen worden hergebruikt.
    • Negatief:
      • Commerciele kringloopwinkel heeft minder klanten en minder geld
      • Minder spullen die worden gebracht door mensen die nu dit concept gebruiken.
    • Vuilstort:
      • Positief:
        • Minder kosten want minder afval
      • Negatief:
        • Minder gebruik van vuilstort.
      • Winkels:
        • Positief:
          • Nee
        • Negatief:
          • Minder klanten
          • Minder verkoop.
        • Fabrieken:
          • Positief:
            • Minder uitstoot.
          • Negatief:
            • Minder geld.

We hebben met ons groepje value sensitive design kaarten gedaan. Met de kaartjes zorgen ervoor dat je je concept in andere daglichten ziet. Je gaat er anders over nadenken. We hebben vijf kaartjes uitgezocht en deze samen gedaan.

Variation in Human Ability:

  1. Variation in Human Ability (stakeholders) – Verzin oplossingen voor mensen die beperkt zijn in bijv zicht of mobiliteit: Een klant wil de site gebruiken. De site is grote lettertype, kleurenblind. Uitspreken van de site. Eye tracking voor mensen die niet kunnen bewegen. Inleveren: een assistent die kunnen kijken.
  2. One Person, Multiple Roles (stakeholders) – Verzin waarbij dezelfde persoon een directe en ook indirecte stakeholder is: Wij zijn indirecte stakeholder, maar als wij iets kopen zijn we ook directe stakeholder. Kringloopmedewerker die als indirecte stakeholder ook gebruik gaat maken.
  3. Consider Key Values at Stake (Values) – Verzin een lijst met keyvalues van je concept:
    1. trust: onze producten betrouwbaar omdat wij de producten checken,
    2. duurzaamheid: afvalvermindering,
    3. ontzorgen/gemak: ons concept neemt veel onhandigheden weg,
    4. innovatief: nieuwe manier van hergebruik,
    5. plezier: mensen vinden het leuk om naar producten te kijken,
    6. vrijgevigheid: mensen geven dingen weg aan ons voor een deel,
    7. efficiëntie: het is efficient voor de klant weinig tijd om spullen kwijt te raken,
    8. klantgerichtheid: we nemen veel dingen van de klant af.
    9. Zekerheid: zekerheid dat wij geen scam zijn.
    10. Kwaliteit: wij checken op kwaliteit.
    11. Eenvoudigheid: makkelijk proces voor duurzaamheid.
    12. Bewustzijn:  met bewustheid kijken ze naar spullen op onze webshop.
    13. Continuïteit:  door cashback is het een circulair concept.
    14. Originaliteit :  nieuwe manier van hergebruiken.
  4. The long now (time)- Bedenk hoe je concept in de toekomst zal worden gebruikt en wat voor gevolgen er zijn: In de toekomst is er een kans dat dit concept populairder wordt. Want als mensen opgroeien met dit geven ze het door aan hun kinderen en blijven ze zelf ook werken aan dit. Je kan een nieuwe generatie volledig met dit concept kunnen op groeien.
  5. Widespread User- Bedenk hoe de applicatie of concept eruit ziet als er ipv 100 mensen gebruik van maken 100.000: Er moeten veel meer vestigingen komen voor inleverpunten. Afhaalwinkel misschien. Medewerkers in dienst.
    1. Benefit: Meer producten om uit te kiezen, meer geld voor ons, beter voor de wereld
    2. Breakdown: één vestiging kan niet meer, behoefte van gekochte producten thuis breng ipv afhalen, groot magazijn nodig.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *